Metta staat voor "vriend" vanuit het Pali (een taal die gebruikt wordt in de oude geschriften van het Theravada-boeddhisme). Het betekend dat als je van iets of iemand houdt, dat je met haar of met hem bevriend mag worden. Het heeft niet alleen betrekking op mensen, maar op alles wat er is. Grenzeloos.
Liefdevol in het leven staan begint bij jezelf. Zelfliefde. Verwar dit niet met ego of egoisme, maar zelfliefde staat meer voor de liefde die je aan jezelf geeft. Ongeacht wat je doet of wat er ook gebeurt, omarm je je echte zelf. Je ziel.

Je geest houd zich vooral bezig met het houden van. Vanuit je ware zelf, je ziel, deel je de liefde die je in je draagt. Kijk naar de zorg voor je kinderen, je ouders of een huisdier. Vanuit je eigen kern, je eigen waarheid maak je keuzes en je eigen selectie om te houden van.
Een regelmatig voorkomend fenomeen in een intieme relatie is een behoefte die door onze geest wordt opgedrongen: "Het winnen van de ander". Je geest gaat voorbij aan het feit dat je eerst van jezelf moet houden, voordat je aan een relatie kunt gaan werken. Dan nog is de ander geen "bezit", maar een mens die ook behoeften heeft, die wellicht ook nog eens helemaal anders zijn dan die van jou.

Vergeet je lichaam niet. Ook fysiek heb je de behoefte aan het houden van. Hierbij speelt in de westerse leefwereld de verwarring dat het bereiken van een hoogtepunt samen met je partner liefde geven is, houden van. De tantrische leer heeft zo bij velen in het westen de stempel gekregen als zijnde de hogere porno beleving, de hogere sex ervaring. Een tantricus ervaart geen sex, maar bedrijft liefde. Klaarkomen is hierbij niet van belang, het geven van liefde aan je partner is essentieel. Los van het ego.
Metta in de meest pure vorm, uit zich dus in onvoorwaardelijke liefde en de beste intenties voor alles wat zich in ons Universum bevindt. Doe dit overvloedig en onmetelijk, vrij van begeerte, vrij van afkeer, vrij van vijandschap en vrij van angst.
Metta-ji is het verkeren in die staat van Metta. Deze staat van Metta kan bereikt worden met meditatie en door het beoefenen van yoga.

Ofwel sanskriet voor "compassie". Compassie is een emotie, een gevoel die je ervaart bij een verbinding met een mens, een ander levend organisme, object of een gebeurtenis. Deze emotie, het gevoel maakt dat je als het ware wilt gaan helpen, gaan ondersteunen, warmte geven. Van mens tot mens ervaar je zo een gevoel van medelijden, mededogen met de ander en voel je de pijn mee die de ander ervaart, je voelt elkaar aan en je begrijpt elkaar. De bron van dit gevoel ligt in je hart, vanuit je hartgevoel wil je die actie ondernemen. Je wordt als het ware één met de ander bij het bereiken van een hoger bewustzijn. Heb je dat bewustzijn niet dan zie je de ander afgescheiden van jezelf en heb je niet de behoefte om de ander te helpen, geen compassie.

Als je dit hogere bewustzijn hebt bereikt, is het niet zo dat je anderen toestaat om als het ware over je heen lopen. Je kunt compassie tonen door je eigen verantwoordelijkheid te nemen en daarin keuzes te maken. Dat alles in het verlengde van je eigen hartgevoel.

Vreugde in het geluk van anderen, ook wel sympathieke of onzelfzuchtige vreugde is de strekking van dit woord in het Pali. In plaats van bij compassie de ellende waar te nemen, is het fijner de vreugdevolle momenten waar te nemen in het leven van anderen en in het leven van jezelf. Mudita is het (logische) vervolg op karuna. Een innerlijke bron van vreugde die altijd, overal en bij alle omstandigheden beschikbaar is. Je kunt Mudita zien als empathie.
Ons kwetsbare leven met constant verschuivingen tussen goed en slecht, leuk en naar, genot en pijn, moeilijk en makkelijk enz. kan plots opkomen en ook weer weggaan. Mede door het proces van verandering komt onze kwetsbaarheid naar boven.

Mudita is een voorwaarde voor het ontwaken tot verlichting.

Upekkha staat voor gelijkmoedigheid:
De in Noorwegen geboren Boeddhistische leraar Gil Fronsdal omschreef het volgende: "Karuna is als moederliefde en upekkha als de liefde van je oma". Als je dit leest voel je dat karuna dichter bij je gevoel zit en upekkha wat verder van je afstaat. Oma heeft alles wel al gezien en beleefd, waarmee ze de wijsheid in pacht heeft dat alles wel op zijn plek terecht komt. Onze bezorgdheid van de ander gaat ons wel aan, maar bevindt zich dus buiten onze invloedsfeer. Dat zit bij de ander.

Upekkha is verbonden met karma. Karma wordt in het algemeen gezien als de vruchten of de resultaten van alles wat we daadwerkelijk doen, denken, of zeggen enz. Je bent je eigen bron en het resultaat van datgene wat je daadwerkelijk uitvoert. Het komt uiteindelijk weer terug bij onszelf. Acties waarbij we de ander niet schaden, beschadigdigen we onszelf ook niet. Omgedraait werkt dit ook, beschadig je iemand, dan beschadig je jezelf. Die energie komt vanzelf, vroeg of laat, naar jou terug.
Upekkha is als het ware het karma van de ander, zij moeten zelf hun keuzes maken en zelf de gevolgen van hun keuze dragen. Upekkha geeft ons de bevestiging dat we geen invloed hebben over de keuzes van anderen. Je kunt iemand nog zoveel goedheid toewensen (zonder de uitkomst te willen beinvloedden), maar de ander bepaald haar/zijn pad, de ander maakt haar/zijn keuzes.
Verlangen (kan een uiting zijn om het resultaat te beinvloeden) en wrok (opgekropte haat of boosheid) zijn tegenstellingen van upekkha. Onverschilligheid (niet geven om iets) lijkt op upekkha, echter huist in onverschilligheid de liefdeloosheid die bij upekkha zeker wel aanwezig is.

Zonder gelijkmoedigheid is onze liefde bezitterig, alle echte liefde is evenwichtig.

Laat bovenstaande op je inwerken en test jezelf. Beoefen de overdenkingen van metta, karuna, mudita en upekkha eens actief op een van je ouders of kind. Voel wat elke overdenking doet bij je. Ga vervolgens een stapje verder en richt je op een vriend of vriendin en voel wat de overdenkingen dan doen bij je. Wat veranderd er aan je innerlijke gevoel? Zo kun je de overdenkingen bij alles en iedereen toepassen, een onbekende voorbijganger, een bij, een tijger, een bloem, enzovoorts... Voel of je echt onvoorwaardelijk liefde geeft of komt er een "maar" om de hoek kijken?

Liefde is een fenomeen met twee kanten, net als een munt zijn de beide kanten onlosmakelijk met elkaar verbonden. Yin - Yang, zie je de beide kanten?